POEZIE.

Lama Sabachtani


Een hamer slaat de nagels door zijn hand
Zijn bloed loopt door mijn levenslijn
ze hebben net zijn ergste dorst gelest
met een allerlaatste restje zure wijn

de mensenmassa ziet het rustig aan
zo zal het elke ketter dus vergaan
een moeder huilt en scheurt haar laatste kleed
en weet nog steeds niet wat haar zoon misdeed

Eli, Eli, Lama Sabachtani

Twee dieven hangen naast hem aan het hout
een schaamt zich dood een ander laat het koud
hij scheldt en vloekt en schreeuwt het uit
Red toch jezelf man, maak eens wat geluid

Soldaten zijn het zat en willen graag naar huis
maar werpen eerst het lot daar onder bij dat kruis
Ze spelen om zijn kleed met bloed besmeurd
niemand wacht er op zijn beurt

Eli, Eli, Lama Sabachtani

De juiste weg is eeuwen terug al uitgezet
het is begonnen met die spijkers in het hout
en als ik zeg dat het einde zeer nabij is
denk je vast en zeker hij is gek en hij wordt oud

Eli, Eli, Lama Sabachtani

Een dief viel uit de hemel met een hart van ijs
Maar het lam rolt de zeven terug naar het paradijs
het brood is goed gebakken dus we eten ons rond
als de zoon weer al het werk doet en het opnieuw begon

Eli, Eli, Lama Sabachtani














Ik sta hier aan de linkerkant
in een onherbergzaam niemandsland
waar men wel vaker mensen hangt
als straf voor wat ze ooit misdeden
het kale gras dat hier en daar nog groeit
is inmiddels volkomen platgetreden

Soldaten graven een groot gat
om straks het kruis in vast te zetten
Priesters Schriftgeleerden zien hier toe
op het naleven van wetten.

Immers bij zonsondergang begint de sabbat
dus voor dat moment
moet het lam al zijn geslacht
ondertussen loopt het volk te hoop
houden soldaten hier om Jezus’ wil de wacht

Ik kies een andere hoek van waaruit ik kijk
en zie een grote mensenmassa
starend naar een kruis
joelend om spektakel, hopend op orakel
buigend met ontzag voor de macht van Rome


Achter Christus staande, hangend aan dit hout
zie ik haar moedertranen stromen.
zij is ook gekomen en heeft mededogen met haar kind
is met ontferming zo bewogen
evenals haar zoon
hij hangt verhoogd als aan een tweede levensboom
maar de engel met zijn tweesnijdend scherp zwaard
is nergens te bekennen
ik zie een kind dat haast te laat uit de stad nog aan komt rennen.


Ik doe een aantal passen naar de rechterzijde
en zie nog net hoe een soldaat zijn speer opheft
met een in zure wijn gedrenkte spons
“God is onder ons.” hoor ik hem zeggen,
net voordat hij de doornatte spons
aan de mond van Christus wil gaan leggen.
Dat er gefluisterd is: “Mij dorst!”,is mij geheel ontgaan.
ik ben dan ook van dit beeld te zeer ontdaan

Ik loop weer door nu sta ik er recht voor
en zie mijn Heiland aan het kruis
ik kniel niet uit eerbied maar gewoon
omdat mijn knieën het begeven.
Ontzagwekkend en uit vrije wil
geeft hier Gods zoon
voor mij
Zijn leven.




Ik verlies me in akkoorden
drijf weg op mooie tonen
voel de trilling van de snaren
waar de strijkstok over streelt

ik sla acht op kruizen, mollen
verblijd me in het ritme van de rust
die op gezette tijden alles stil zet
in een mooie partituur

mathematisch lees ik noten
open ,dicht, hele, halve, achtste tel
mijn ziel ontwaart het contrapunt
als basis voor mijn zijn

het zorgt voor flink wat emotie
waters wellen in mijn oog
zo wordt muziek dus vloeibaar
tranen vallen nooit omhoog

terwijl de tonen alsmaar stijgen
de cadans nog mooier wordt
en uiteindelijk mijn laatste traan
bij het knipperen van mijn ooglid
stervend naar beneden stort

Dat wat niemand kan geloven
wat geen mens ooit had verwacht
wat wordt afgedaan als sprookje
of een goed verhaal
wat gezien wordt als een waanzin
te belachelijk voor woorden
blijkt uiteindelijk een troost
voor eenieder die gelooft

ergens in de tijd bij het verdwijnen van de nacht
en de opkomst van de vroege ochtendzon
kreeg de waarheid voet tussen mijn werkelijkheid
houd ik mij aan twee geboden
en vervul de andere acht
Jezus is weer opgestaan
heeft mijn dood tenietgedaan
heeft mijn schuld op zich genomen
heb er slechts van kunnen dromen

weet mij nu bevrijd van angst
na mijn dood begint het leven
Hij heeft mij een plaats bereid
mij een nieuwe naam gegeven
waar ik dagelijks sluimer in mijn dood
is Zijn graf al eeuwen leeg gebleven
zoveel getuigen zijn mij voorgegaan
el shaddai el shaddai
el elyon na adonai
geprezen zij Zijn grote naam.


Hertaling Father Touch (Larry Norman)
Zo’n twintig jaar geleden viel ik om en miste net de maan
Ik denk dat ik te hoog gereikt heb en te lang ben doorgegaan
Om het verlies echt te begrijpen zolang ik rond zou reizen
En waar de weg mij heen bracht als ik de mythe had ontkracht
Dat wij de liefde zelf maken en altijd de hoop verkiezen
Zodat de liefde die je weggeeft zinvol is en niet voelt als verliezen

Terwijl de mist het zicht onttrekt wandel ik een blokje om
Een man in zwart spreekt mij nog aan en zegt: ‘Doe niet zo dom.
Je bent zo ver verwijderd van jezelf vindt kracht om door te gaan.
Je moet toch je bestemming vinden, kunt hier niet blijven staan.
Reik naar de toekomst zoek naar de deur die openstaat.’
Toen loste zijn verschijning op en stond ik weer alleen op straat

Hoewel ik hem toen niet begreep, zo jong als ik nog was
had ik de moed niet die je wel bij oude mensen treft
Mijn lange reis had me vermoeid kwam uit de oorlog terug
waarin de duivel mij verwondde. Kon niet meer op mijn benen staan .
Toen ik de ware vrouw ontmoette durfde ik niet op te kijken
Mijn gevoelens hield ik binnen toen ze ging liet ik haar gaan.

Er zullen altijd boze mensen zijn die alles nemen wat je hebt
Die nietsontziend je hart gaan breken Totdat je op het bot verlept
Ze binden je met leugens vast en laten je niet gaan.
Procederen je kapot totdat je niet meer op kunt staan.
Kunnen enkel maar vernielen. Als je heel goed kijkt zul je het zien.
Geboren met gebrek aan fantasie. Ze kennen zelf de liefde niet.

Ze was jong toen ik haar tegenkwam haast even oud als ik
Ik schopte stenen weg en sprak niet al te luid
Ze kon mijn hart niet horen kloppen of de lichtjes in mijn ogen zien
Verward in haar nabijheid dacht ik ‘Wat moet ik doen
Ze wist wel wat ik voor haar voelde dronk al mijn zinnen in
Ze was net iets te veel bezig met de regels van fatsoen

BRUG

Als ik opkijk naar de sterren en ik zie de donkere nacht
Staar ik plechtig naar de schepping naar de maan in al zijn pracht
Het leent zijn lichtheid van de zon bezit als maan geen eigen kracht
Het is alsof ik zo mezelf zie als een Afglans zonder macht


Een kasteel staat op een berg hier ver vandaan
Ik zou er kunnen schuilen maar zie haar altijd voor mij staan
Er is niemand in de wereld die jou zoveel liefde geeft
Ik voel de droefheid van haar geest gebrek aan liefde nog het meest
Kan haar bijna horen huilen ik vermoed ook wat ze denkt
Maar soms vraag ik mij toch af of ik de ware voor haar ben


Voel dat mijn dood me nadert ook al lijkt het nog ver weg
Heeft het eerder geprobeerd eens is hij getuige van het laatste dat ik zeg
En als ik nachts weer niet kan slapen hoor ik het noemen van mijn naam
Dan wordt ik wakker denk aan haar
Haar liefde is ver buiten mijn bereik



Heer,
Wanneer de grap ons niet meer redt, satire zinloos is geworden.
Wanneer de hoop op vrede langzaamaan verdwijnt
De liefde wankelt op haar laatste benen
Wij door een nucleaire zon worden beschenen
Als het bloed de grond verzadigt de bom het huis beschadigt
En de leugens aan het volk volkomen waarheid worden
Dan loopt de hele wereld achter de feiten aan
De vrede gaat zo snel verloren
Pas na eeuwen van halveringstijd
Keert de rust weer terug in de natuur ontbot het bloedend zaad
Op het jongste uur wordt een nieuwe aarde weer geboren.
Ontferm U over deze aarde.

Ik raak je aan
Verhef je tot mens
Zoek de ziel in je ogen
Streel je haar
Kus je lippen

Jij verheft me tot mens
Raakt me aan
Leest mijn gedachten
Leidt mijn gaan
Je laat me niet ontglippen

Troost-Dirk de Wachter
25 maart 2023-JdV

Ik droomde in zwart wit
nuances worden scherper
Terwijl het beeld vervaagt
Wanneer het onderwerp niet stil blijft staan

In mijn pogen de verzadiging wat bij te stellen
De ruis te onderdrukken
Het zwartpunt te verleggen
Krijg ik het beeld nooit scherp


20-01-2023
JdV



B.E

Als ze zingt.
Fluistert er een extra stem
die zachte krasjes maakt
op de achtergrond
ergens op het netvlies
van mijn muzikale ziel
het kriebelt prettig in mijn oor
als ze zingt
en de beats drijven het tempo op
en ze dansen gaat
op de derde tel verspringt
transponeert ze als een vogel
naar ongekende hoogten
als ze in het echt verschijnt
en ik haar geur opsnuif
terwijl ik haar passeer
als een zoet parfum dat even nog blijft hangen
neem ik haar zonder dat ze het beseft
nog meters met me mee.

Dat is verbeelding aan de macht.


16 april 2023
JdV

Eerste kus
Aarzeling
Lip op lip
De mond gesloten
Ik wist nog van niks
Was hier de echte maagd
Totdat zij met haar tong
Heel zacht, heel vochtig maar trefzeker
Bij mij binnendrong

Voor Magda
Zolang er mensen buiten moet slapen
Zolang de politiek geef sjoege geeft
Zolang blijf ik mij schamen
Voor het land waarin ik leef

Zolang de vlaggen blijven wapperen
Uit onvrede omgekeerd
Zolang blijf ik mij schamen
Voor het land dat maar niet leert

Zolang de mensen blijven vliegen
Vrijwillig in een rij gaan staan
Zolang blijf ik mij schamen
Voor het land dat jou niet ziet staan

Zolang minerva’s uil hier maar blijft roepen
En Putins handpop spreekrecht krijgt
Zolang blijf ik mij schamen
Voor de menigte die zwijgt

OLD-2022

Hoek Floor, Museum, Leugenbank.
Iedereen weet waar of dat is.
Brommers uit vervlogen jaren.
Weer tot leven gewekt door nieuwe jeugd.
Gestoken in de oude kleren van generaties terug.
Je waant je in een mix van nostalgie en het moderne.
Er wordt geappt, gebeld en ouderwets nog naar elkaar omgekeken
De klompen zijn geschuurd gelakt, beschilderd.
Het haar verwilderd onder platte pet.
Deeres hen het mooi opgestoken verleidelijk koket.
Het beste pak, het schoonste schort, netjes gesteven en gestreken.
Iedereen heeft zich weer mooi gemaakt.
De keels zijn nog niet uitgekeken
Hier en daar verrekt er een zich zowat de nek
Ik zie hem denken; ‘Da’s toch een wonder op twee benen kijk haar lopen op haar klompen. Zie haar rokken wapperen in de wind.’
Tussen duizend benen speelt een kind het verzamelt lege glazen brengt ze naar de prullenbak die bijna niet te vinden is zo druk
Maar Lunteren wat is het feest weer mooi dit jaar
Het is de eenvoud van geluk.
Het simpel samenzijn, niks meer niks minder, met duidelijke regels zoals in dat oude lied dat ieder jaar weer klinkt.

Vandaog gien verdeeldheid en gien polletiek
T is feest en de één geeft de ander geliek
Al zing of al dans je met Klaos of mit Jet
We gaon allemaol met ons eige man/vrouw naor bed.


Bron:Ede Stad-Gerwin van Luttikhuizen
27 augustus 2022
Oud Lunterse dag.

En de schilder praat met de tandarts
En de tandarts praat met de kolenboer
En de kolenboer praat met de burgemeester
En de burgemeester praat met z’n wief
Ik geloof da’k hier de hele dag mèr blief


En de slager praat met de kapper
En de kapper praat met de dokter
En de dokter praat met de notaris
En de notaris zegt tegen Floor
Schenk nog eens in want; Wat ik nou weer heb gehoord!

En Floor schenkt nog een neut
En het glas is vandaag half vol
En waar de rest blijft mag je raden
Vandaag is niets te dol


Verkeerde vlaggen
paraderen
voor mij door de straat
verkeerde laarzen
maken passen
die ik nog niet versta
verkeerde heren
maken misbruik van de jeugd
verkeerde leuzen kalkt men
op de muren van de stad
verkeerde woorden
zijn ons bijgebracht
verkeerd belang is snel gediend
propaganda hier is niets ontziend

in elke aanloop naar een oorlog
wordt de waarheid weer verkracht
wordt het volk het licht beloofd
verkleed de wolf zich altijd weer
in een onschuldig schapenvacht


Zomergasten 21 augustus 2022- Raven van Dorst -

De jij’en en de jou’en
De hunnen en de zij’en
Kunnen niet voor ‘die’ bepalen
Met wie ‘die’ wel mag vrijen


Ik, jij, wij, zij,hun,het, die
We zijn allemaal mens
Allemaal met eenzelfde wens
Gewoon leven.

Zomergasten

Bij zomergasten met Lieke Marsman schreef ik het volgende gedicht.

Saudade om te weinig tijd 

Vind rust in rede.
Veiligheid in vrede.
In God geloof.
Vind afleiding in aliens.
Hoop op hemelen
die er altijd zullen zijn
na paniek bij pijn.
Troost in tranen.
Drink de stilte als de storm gaat liggen.
Zeef de zoetheid uit het zinnelijke.
Laaf je aan de liefde.
Van jouw beminnelijke.
In dit lichaam dat vervalt.
Waarin processen zo ontsporen.
Tijd, te snel, vrij spel krijgt.
Je geest krampachtig tracht om er in thuis te blijven.
Om uiteindelijk weg te moeten drijven
Als de wind naar onbekende verten.
Je kent er nog geen doden dus ook daar zul je wel eenzaam zijn.

De hoer staat in haar raam
te kijk voor alle mannen
en tilt haar rokken op
laat niets te raden over
Aan het rode koord
Heeft zij haar eerbaarheid verhangen

De duivel in mij
liegt weer eens een halve waarheid
dus een hele dikke leugen
zoals altijd.
Hij blijft een onbetrouwbaar sujet
Ik wou dat ik wat dapperder kon zijn
en zeggen. . . .

opgesodemieterd!

WATER

Omgeven door het water
Vanaf mijn vormeloos begin
Wat een wonder dat het leven
Altijd in de zee begint

Drinkend van het water
Uit mijn moeders borst
Stroomt het in mijn mond
Beschermend uit haar lichaam
Vult het mij met levensvuur
En sluit met mij
Een levenslang verbond

We tarten de natuurwet
Als je kunt drijven door de tijd
Kun je lopen op het water
opstaan uit de dood
vechtend bij de Jabbok
Met een onvermoede engel
Wordt ik dronken van het water
dat mij leven doet.



















Nog maar eens de ‘sehnsucht’ zoeken
Die perfecte duitse term voor . . .
Ik ken geen hollands synoniem
‘Verlangen’ komt er niet eens bij in de buurt.
Dus hou ik het bij ‘sehnsucht’.
Het gaat voorbij ‘verlangen’, is tegelijkertijd een staat van zijn.
Het kent geen lethargie, geen loomheid.
Het is geen zoeken naar een licht ergens aan het einde van een tunnel.
‘Sehnsucht’ onderga je niet, daar verkeer je in, al is het maar voor even.
Tegelijkertijd vertraagt versnelt vertraagt versnelt de tijd
Het lijkt alsof het eeuwen duurt.
‘Sehnsucht’ is wat kleur geeft aan het leven.




0033 (geen beeld)
Jezus Christus
de verlosser
Salvator Mundi
verkocht
voor 30 zilverlingen



2017
Jezus Christus
de verlosser
Salvator Mundi
verkocht
voor 450 miljoen
Bonhoeffer (reprise)

Zeven dagen maar verwijderd
van bevrijding uit het kamp.
Zeven dagen maar verwijderd
van een leven na de dood,
bekent hij met zijn kerk Zijn God
en tart daarmee zijn lot.
Eerder dan de engelen reddend konden komen
waar hij in zijn cel alleen maar van kon dromen,
vond de dood hem in zijn vonnis.
Op de valreep haastig uitgesproken
als gevangene van een verziekt systeem
maar van troostend licht toch niet verstoken

“Door goede machten trouw en stil omgeven…”
Dichtte Hij in zijn laatste uren
alle lof zijn Maker toe.
Wat als hij was blijven leven.
Wat had zijn denken over God en waarheid
ons vandaag de dag gegeven?

Zeven dagen na zijn sterven
kwamen zijn bevrijders net te laat.
“door goede machten trouw en stil omgeven…”
Ach je weet wel hoe dat gaat.
Nu lezen we zijn boeken
en wat hij destijds heeft geschreven,
over een kerk die zich bekende
tot waarheid klaarheid en vertrouwen.
Navolging gaat niet over rozen
zeker niet als je in Zijn licht gevangen bent.
zeker niet wanneer je op die Rots
je klein geloof probeert te bouwen.






Ik heb mezelf bevrijd
Van een dichtgetimmerd godsbeeld
Niet van een god die mij bevrijdt
Ik blijf in Hem geloven
Omdat ik dat wil
Misschien nog meer omdat ik niet anders kan

Ik heb de sprong gewaagd
Van mijn duister naar Zijn licht
Hij klopte op mijn deur
Ik deed voorzichtig open
En zag mijn eigen angst in Zijn gezicht

Maar ook de liefde stroomde met Hem binnen
In nog onuitgesproken zinnen mocht ik een nieuwe taal ontvangen
Ik lees tussen de regels wat Hij me dagelijks vertelt
Ik schrijf me voor Hem uit in onvermoede klanken
Hij is het Woord dat in mij vlees geworden is
Ik weet dat al mijn haren zijn geteld




Steek je stekker in mijn neusgaten.
Voedt je met mijn spanning en laadt je op.
Om daarna je krachten weg te laten vloeien
In een langzaam uitgemeten tijd.
Er is stroom genoeg
Zolang de zon schijnt, de wind waait, de regen valt.

23 januari 2022.
J.d.V.




Ik ga op zoek naar het lege stuk 
voorbij nietszeggendheid
Daarvoor heb ik geen kaarten nodig
Ik hoef enkel maar te kijken
naar commerciële TV
Hun reclameblokken opgerekt
tot minidocu’s
verklaren mijn verstand
volkomen overbodig


Uit slaap gevallen.
Vindt de hand die eerder losliet.
Pakt die voorzichtig beet.
Haar nog niet wekken is de opdracht.
In een woordloos beminnen draagt hij haar naar het ontwaken toe.


22 januari 2022
J.d.V

Laat mijn kompas toch zuiver zijn
Ongeveer de juiste richting
Nog niet zeker waar naar toe
Het krachtenveld waarin ik leef
Niet helder zichtbaar en het doet er ook niet toe
Hoogstwaarschijnlijk zal het goed zijn
Uiteindelijk kom ik thuis
In elk geval kom ik met elke stap
dichterbij dat punt van onomkeerbaarheid


17 januari 2022
J.d.V

Grijsheid schreeuwt de dag weer door
De vogel blijft maar zitten op zijn tak
En denkt nog ‘Heb ik dit?’
Vliegen heeft geen zin vandaag
Zolang de hemel zich gesloten houdt
Steekt hij zijn snavel in zijn verenpak
En blijft zitten waar hij zit.




Trek ik me terug
In de stilte in mijn hoofd
Om te ontdekken dat het ook daar
nog steeds onrustig is

Hoor ik mijn bloed
Pulseren door mijn aderen
blijf er wakker van
En tel de slagen

Wacht ik op betere dagen
Meer vrede, minder boosheid
Minder angst en meer nuance.

Hoop ik op doorbraak
Van een nieuw moreel besef
Van wat goed is en helend
Voor de mensen van vandaag.

Zondag 21 november 2021
Juko de Vries


Ik ben niet getekend door het leven maar door de Levende zelf.
Ik geef de heimwee door van een onbegrensde hemel.
In elke poging van beschrijven wil ik in Hem blijven,gelijk Hij in mij
Door brood en wijn.
Als teken van herinnering.
Als vleesgeworden adem van Zijn geest
Als zoutend zout op deze aarde of als afvallige profeet.
Want enkel Hij kan uit zondaars mensen maken die weer ademen in Hem.
Enkel Hij kan wat gebroken is weer helen met Zijn stem
Hij is er en hij spreekt.
Hij spreekt en alles is.

De kamer ruikt naar sex en drank
De laatste irritante mug
is uren terug
al doodgemept

De glazen wijn staan op de grond
En afgerukte kleren liggen
her en der
verspreid
Twee naakte lijven zij aan zij
Uitgeput van deze zoete strijd
Het was tijd

De liefde wacht niet op haar beurt
Voor weer een offensief
Ze liggen moe en uitgeput en hebben elkaar zonder woorden lief

Bemin elkaar,bestrijd elkaar verwacht elkaar bevrijdt elkaar en....
heb lief, heb lief, heb lief.....
Nog steeds onzeker als dat kind van vier
Gevangen in een lichaam
Dat niet langer luistert
Maar langs ongecontroleerde spasmen
Een leven al geleefd
Blijft zij zich voeden met de kruimels die het leven haar nog dagelijks toebedeelt


Het mooiste heeft ze wel gehad
Ze slijt haar dagen in een rolstoel
Medicatie houdt haar zelfbeeld overeind
Ze vraagt zich soms in alle eenvoud af
Wat doe ik nou nog hier
Ik mag dan vierentachtig zijn
Ik ben nog net zo diep vertwijfeld
Als destijds dat kind van vier.