Wij mensen zijn vaak geneigd om gelijkgestemden op te zoeken. Dat geeft een gevoel van veiligheid en vertrouwdheid. Zoiets als: ‘In ons isolement ligt onze kracht.’ Een uitspraak die ik in mijn jeugd veel heb gehoord, maar die ik later toch ben gaan nuanceren. Verschillen maken het leven leuker en brengen positieve kanten met zich mee. Ik moet er niet aan denken dat iedereen hetzelfde zou zijn. Dat zou van Ede maar een saaie stad maken. Een saaie winkelstraat zou het gevolg zijn, met overal hetzelfde assortiment in de aanbieding. Dan zouden wijken en huizen er nagenoeg hetzelfde uitzien.Want wat is nu eigenlijk de kracht van verschillen? Juist door die verschillen kunnen we ontdekken wie we zijn, wat we belangrijk vinden en wat voor ons van waarde is. Dat we anders zijn, maar tegelijkertijd ook leren ons tot elkaar te verhouden. Daarom richten we onze woonplek naar eigen smaak in, verschillen onze tuinen, koopt niet iedereen dezelfde auto of rijdt iedereen op dezelfde fiets. We koken het liefst ons eigen potje. We willen allemaal relevant zijn en dus het verschil kunnen maken. We ontlenen onze identiteit aan onze verschillen.Anderen zien dingen die jij misschien over het hoofd ziet. Bovendien maken andere achtergronden en ervaringen Ede wijzer en creatiever. Door iemand te ontmoeten die anders denkt of leeft, leer je buiten je comfortzone kijken. Leer je andere accenten leggen. Niet voor niets bestaat de gemeenteraad uit twaalf fracties.Als we onze verschillen kunnen waarderen en toch samenkomen, wordt de band vaak dieper en sterker. Respect voor het verschil bouwt vertrouwen. De meeste nieuwe ideeën ontstaan op het snijvlak van verschillen; dat prikkelt onze creativiteit. Verschillen maken je uniek: niemand anders heeft jouw mix van talenten, achtergrond en ervaringen.We kunnen denken: ‘…dat alles naar de kloten gaat,’ maar dat komt juist doordat we de verschillen niet omarmen, maar proberen te laten verdwijnen. Terwijl we toch al zo lang met en naast elkaar leven. Ieder met zijn eigenheid, zijn eigen opvattingen, zijn eigen geloof of politieke overtuiging. Straks zijn er weer verkiezingen, en inderdaad — ook daar liggen onze verschillen — maar we moeten het uiteindelijk samen doen. In verschil ligt een rijkdom verscholen die we moeten leren zien, waarmee we allemaal ons voordeel kunnen doen. In Ede kunnen we het verschil maken of breken, en dat doen we met elkaar.
Eerder gepubliceerd in Ede Stad van 15 oktober 2025.
Het blijft hard werken voor de vrede
Het blijft hard werken voor de vrede. Daarvan is momenteel iedereen wel overtuigd. In de aanloop naar het herdenken van 80 jaar bevrijding zijn mijn gedachten bij dat begrip vrede. Zolang mensen elkaar blijven uitsluiten is er geen echte vrede, dan is er enkel vrede onder voorwaarde. En dat draagt een ongelijkheid in zich waarbij de een zich boven de ander stelt.
En dus hoor je steeds vaker deze zin.
"Zo kan het niet langer. Er moet iets gebeuren!” Deze zin hoor ik in het openbare debat, tijdens gesprekken op een verjaardag of zomaar op straat. "Zo kan het niet langer. Er moet iets gebeuren!” Dat werd toen gezegd en nu dus weer. Een verkeerde afslag nemen kan natuurlijk altijd, dat deden we destijds ook, en daar leerden we van. Maar we vergeten het ook weer. Dan blijft het zaak om te zoeken naar een oplossing die wél werkt. Dat vergt een genuanceerde blik op de dingen die spelen. Ook in de politiek van vandaag. Ook in ons bestuurlijk apparaat in Ede. Laten we toch vooral blijven proberen de verbinding te zoeken. Uitsluiten is geen optie en werkt enkel nog meer verwijdering in de hand. Ja, er zijn problemen, en die moeten we samen oplossen. Niet door elkaar weg te zetten, maar juist door op zoek te gaan naar wat we gemeen hebben.
We halen allemaal adem, we willen allemaal vrede en veiligheid, er zijn genoeg vacatures, er is genoeg voorhanden als we willen delen en iedereen zijn deel gunnen. Er schuilt een grote kracht in ons wanneer we maar een klein beetje afleren om alleen aan onszelf te denken. Daartoe zullen we op zoek moeten gaan naar de verbinding die we zijn kwijtgeraakt. Er is veel desinformatie, maar ook betrouwbare bronnen waaruit je kunt putten. Geloof ook niet klakkeloos wat ik hier schrijf, maar onderzoek het. Ga niet enkel af op wat we met elkaar delen op de socials.
Een wijs man omschreef het als volgt: "Stel je eens voor dat iemand een instrument uitvindt, een kleine handige spreekbuis, met zoveel kracht dat het over het hele land te horen is. Zou de politie dat niet onmiddellijk moeten verbieden? En wel om te verhinderen dat heel de samenleving op een krankzinnige manier verstoord raakt, als zoiets ooit in gebruik zou raken?” En dat is precies wat sociale media vandaag de dag bewerkstelligen. Het verstoort op een krankzinnige manier onze opinievorming en daarmee ook onze verhouding tot onze naaste. Het blijft inderdaad hard werken voor de vrede.
Juko
Eerder gepubliceerd in Ede Stad van woensdag 16 April 2025
We hebben er allemaal baat bij.
Het lijkt wel of een groot deel van de moderne mens geen actieve herinnering meer heeft aan de oorlog. Nou herdenken we ieder jaar, hier in Ede, als vanzelfsprekend op vier mei onze gevallenen. Op vijf mei vieren we de bevrijding.
En ieder jaar weer in September staat de Ginkelse Hei stampvol met mensen die afkomen op dat spektakel van uit hun vliegtuig springende parachutisten. Dan wordt er weer volop aandacht besteedt aan de Airborne landingen van toen. Maar het gros van de bezoekers , ik zelf hoor daar ook zeker bij, heeft gelukkig nog nooit een oorlog aan den lijve hoeven ondervinden. En daar begint het grote probleem van vandaag de dag. De verdeeldheid van visie op zaken. Het ogenschijnlijk tekort aan historisch besef. Het niet meer echt voelen van die noodzaak tot gezamenlijkheid. Die is namelijk aan het wegvallen op heel veel terreinen van onze moderne samenleving. Vlak na die oorlog ontstonden allerlei initiatieven om zo iets verschrikkelijks nooit meer te laten gebeuren. Er kwam een NAVO, er kwam een Europese Unie vanuit een algemeen gedeeld besef dat wanneer we iets samen zouden doen we met zijn allen sterker zouden staan. ‘We all benefit' was toen nog bittere ernst, vandaag de dag enkel maar een reclameslogan van een slimme verzekeraar. Als een vorm van garantie voor duurzame vrede achtte men samenwerking absoluut nodig. Dat verdeeldheid in denken en beleven nadelig is voor groepen mensen blijkt wel uit ons huidige politieke klimaat. In Den Haag kan men het maar niet eens worden met elkaar over belangrijke zaken. Stikstof, huisvesting, migratie, gezondheidszorg, onderwijs, geld. Hier in de gemeenteraad van Ede blijft verschil van inzicht ook altijd een rem op effectieve besluitvorming. Iedere belanghebbende partij redeneert nu eenmaal vanuit de eigen achtergrond of vanuit het eigen idealisme. Het eigen belang staat dan voorop. Maar wanneer we ons gezamenlijk belang uit het oog verliezen en ons niet langer solidair voelen met anderen verliezen we allemaal. Wanneer we ons terugtrekken op ons eigen eiland zijn we weer op weg naar een nieuwe verzuiling zoals we die hebben gekend uit de vijftiger en zestiger jaren. En dat we ons terugtrekken in onze eigen bubbel is intussen wel duidelijk. Een beschaafde uitwisseling van ideeën is tegenwoordig ver te zoeken. Liever gaat men er tegenwoordig met gestrekt been in. Ons taalgebruik en onze woordkeus verraad een innerlijke verharding die we steeds makkelijker naar buiten laten komen. Het lijkt wel alsof ons innerlijk kompas verstoord is geraakt door onzichtbare magnetische krachtenvelden. Daar waar we vroeger twee keer nadachten of we een bepaald idee wel of niet openlijk zouden ventileren is dat tegenwoordig precies andersom. Eerst ventileren we ons idee en pas daarna gaan we nadenken over wat we eigenlijk gezegd hebben. Als we dat weer eens zouden omdraaien. Eerst nadenken en dan pas iets roepen. Ik wens het iedereen toe want we hebben er allemaal baat bij.
Lezen van papier.
Elke woensdag kijk ik er naar uit: De Ede Stad in de brievenbus. Bladzijde na bladzijde in een overzichtelijk en rustig bladbeeld. Artikelen, advertenties, weetjes, berichtgeving vanuit de gemeente, alles op een vaste plek op papier! Er heerst orde, rust en regelmaat. De indeling staat vast. Je ruikt en voelt de krant. Je beleeft de krant! Hoe anders is het bij Ede Stad op het internet! Ik weet niet hoe het u vergaat maar mij is al enkele malen overkomen dat in de papieren krant slechts een deel van het artikel wordt aangeboden en dat je de rest digitaal verder kunt lezen. Daarvoor moet je de webversie opzoeken. En dan begint mijn ergernis. Want ik weet dat digitaal lezen heel wat vergt van mijn aanpassingsvermogen. Vooropgesteld, de zaken moeten bekostigd worden. Zoals we hier op de Oud Lunterse dag zeggen: ‘Ut feest kost niks, maor ut mot wel betaold worde!’ Daarover zal men bij de redactie van De Ede Stad ook kunnen meepraten. Soms lees ik dus noodgedwongen digitaal verder op mijn tablet en raak onbedoeld een deel van het scherm aan waar dan ‘toevallig’ net een advertentie opspringt, die er daarvoor niet was. Artikelen waar ik normaal gesproken nooit zelf voor zou kiezen worden op die manier toch toegevoegd aan mijn belangstellingsprofiel. Dat het om mijn vergissing gaat registreert de adverteerder nooit. Massa blijft kassa. Goed, in een digitale wereld kan dit gebeuren maar er is nog wat anders wat ik minder vind. Ik raak het tekstverband kwijt omdat ik geconfronteerd word met een reclameboodschap waar ik op dat moment helemaal niet mee bezig wil zijn. Ik word gedwongen te schakelen en dat is op zijn minst verstorend voor het leesplezier. Iets dat bij de papieren versie nooit zal gebeuren, want daar is sprake van een vaste indeling. En advertenties, die mijn directe belangstelling niet, hebben sla ik gewoon over.
Maar digitaal kan dat dus niet.
Hoe vaak, hoe groot en hoe lang deze advertenties opspringen wordt bepaald door algoritmes. Dat is namelijk geautomatiseerd. Bij wie je moet zijn om die frequentie een beetje in te perken? Geen idee. Daar gaat de advertentieaanbieder over en niet de redactie. In elk geval blijft het voor mij een kleine ergernis en daarom lees ik liever de papieren versie van de Ede Stad.
En ja, papier kost bomen en drukinkt enzovoorts, maar een digitale versie heeft ook zo zijn eigen ecologische voetafdruk tot gevolg.
TROJAANS PAARD
‘En denk erom! Geef nooit zomaar aan een vreemde je telefoonnummer!’ Dat zei mijn moeder tegen mij toen wij ergens in de zeventiger jaren van de vorige eeuw een heuse huistelefoon kregen. Zo’n grijs toestel met draaischijf en krulsnoer naar de hoorn.
Onze wereld werd ineens groter dan ze al was. Nu kon ik bellen met mijn vrienden!
Maar die bezwerende opmerking van mijn moeder blijft nog altijd hangen, komt telkens weer terug. Waarom zei ze dat?
‘Omdat niet iedereen ons telefoonnummer hoeft te weten, jongen! Je weet maar nooit!’
Mijn moeder was nogal risicomijdend, vandaar. Ze wilde ook niet dat ons telefoonnummer in het telefoonboek zou worden opgenomen. En ook voor haar was die hele telefoon natuurlijk een nieuwe ervaring. Hoe anders is het vandaag gesteld. Te pas en te onpas wordt ons gevraagd naar onze gegevens. Naast postcode en huisnummer ook graag uw telefoonnummer. Op de achtergrond weten veel diensten en bedrijven ons IP-adres. Via locatievoorzieningen in onze mobiel kunnen we gevolgd worden en kan men zien welke fysieke winkel men in- en uitgaat of waar wij ons bevinden. Handig voor bekenden met wie je dit bewust hebt gedeeld. Helemaal waar, maar omdat je het aan hebt staan, kijken anderen altijd met je mee.
Bij iedere marketingactie of bij de aanmaak van een ledenpasje in een fysieke winkel wordt er wel naar je postcode gevraagd.
Of, zoals bij mij vandaag nog: het verzoek om een vraag die ik heb over de app van mijn favoriete krant dan maar via WhatsApp te stellen. Oké, het communiceert blijkbaar sneller en is allemaal handiger, maar inmiddels heb ik geen overzicht meer bij welke instanties, bedrijven of criminelen mijn telefoonnummer bekend is. Een telefoonboek is dan ook overbodig geworden. Met het verdwijnen van het telefoonboek is ook onze zorgvuldigheid met ons telefoonnummer verleden tijd geworden.
We leven inmiddels in een samenleving waar je niks meer begint zonder telefoonnummer, computer en burgerservicenummer. Naast onze reële wereld waarin wij ons dagelijks bewegen, bestaat er dat ongrijpbare virtuele domein, slechts voor een kleine groep technische deskundigen een open deur. Voor de leek blijft het een ongrijpbaar fenomeen waarin we wel heel dapper meedoen, maar geen besef hebben van de consequenties. Zo zie je maar dat de technische vooruitgang sneller gaat dan het menselijk vermogen om te doordenken wat eventuele minder goede ontwikkelingen zijn. Onze medicijnen komen pas na uitgebreide veldstudies en controles op bijwerkingen op de markt. Daar hebben we een heel arbitragesysteem voor opgetuigd, ter bescherming van de mens zelf. We willen immers dat onze medicatie veilig en betrouwbaar is. Hoe anders is dit gesteld met de invoer van nieuwe socialmediadiensten en apps. Daar schijnen we en masse een blinde vlek voor te hebben. Rücksichtslos wordt het op de markt gebracht, gehypet en geïnstalleerd. Er zijn er altijd die er als eerste bij willen zijn, en pas daarna komt het besef, komen er kritische geluiden en dringt door dat je een Trojaans paard je digitale stad hebt binnengehaald. En daarvoor zou een vergelijkbare bescherming, net als bij de introductie van medicijnen, ook moeten komen voor de introductie van nieuwe diensten, apps en programmatuur op het gebied van sociale media. Want dat hun invloed nu langzaam begint door te sijpelen naar onze reële samenleving is inmiddels al wel duidelijk.
