De vriendschap vieren. Dat gingen we doen. Een goed gesprek, een kop koffie en daarna een heerlijke lunch. We spraken over het leven, de dood, de rouw, het verdriet. Het gaan door die donkere tunnel. En over de hoop aan het einde van die tunnel toch weer wat licht te mogen zien. De verwondering over mensen die we ontmoeten, voor het eerst of opnieuw. Zomaar in een gesprek met volkomen vreemden terecht komen dat zo waardevol blijkt te zijn geweest. Een zonsondergang die je nog nooit eerder zo intens beleefd hebt. Het zijn de tekenen tussen de regels van ons bestaan. Dit te leren lezen tussen alle hectiek van het gewone leven door is een kunst, een gave, een noodzakelijkheid ook, waar we altijd alert op moeten blijven. We herkenden elkaar opnieuw, nog steeds, van vroeger van vandaag. Ergens in de tijd door het werk als collega’s bij elkaar terechtgekomen in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Een machtige tijd beleefden we er met elkaar. De zorg was nog de zorg zoals zorg bedoeld is, of sterker nog, zoals die wordt vereist. Het was een tijd voordat de marktwerking werd geïntroduceerd en haar vernietigende werking kon beginnen. Geïntroduceerd als ‘zorg op maat’ werd het al heel snel ‘maat op zorg’ zoals een andere oud collega concludeerde. De kaalslag van de dienstverlening. Bewoners werden cliënten. Kregen een persoonsgebonden budget en werden op die manier ontdaan van hun menselijke waardigheid en omgetoverd tot een verdien-model in de zorgmarkt. Maar onze aanvankelijke collegialiteit werd vriendschap. Een vriendschap met elkaar regelmatig zien, samen eten, herinneringen ophalen en samen nieuwe herinneringen maken. Tot zijn liefste ziek werd en het oordeel onverbiddelijk. Geen genezing mogelijk, enkel maar tijd bijkopen. Met een ongelooflijke intensivering van het leven tot gevolg. Leven toevoegen aan de dagen werd het adagium. Niet als bevrijding van zorg, verdriet en last maar als een min of meer rustgevend mantra dat de focus hielp houden op waar het werkelijk om gaat. De liefde, de vriendschap, de betrokkenheid op elkaar, het werkelijk delen van de zorg en doordringen tot elkaars kern zolang we nog ademtochten maken. Intussen gaat de tijd verder en komen wij, de mannen, nog steeds regelmatig bij elkaar om de vriendschap te blijven vieren, herinneringen op te halen, een wandeling te maken en vooral veel met elkaar te praten want dat is toch wat het leven ook is. Veel met elkaar praten want enkel in woorden vinden we betekenis, benoemen we onszelf in relatie tot de ander. Daarom is het ook zo van belang dat we anderen om ons heen hebben om ons daartoe te verhouden. Want enkel in die verhouding tot elkaar vinden we onze bestemming als mens. Een spiegel waarin we onszelf kunnen leren zien met al onze aardigheden en eigenaardigheden. Zo de vriendschap te kunnen en mogen vieren blijft een waar genoegen.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.