Werp de vangnetten uit!

Hoelang het duurde voordat hij zijn kerkelijke ballast van zich had afgeworpen wist hij niet meer.
Het broeide al tijden in zijn hoofd. Het idee dat zijn gedachten niet langer strookten met de werkelijkheid zorgde voor een groeiend gevoel van onbehagen.
Het was duidelijk dat er een godsbeeld was ontstaan dat niet bij hem paste.
Dat hem weliswaar vol overtuiging door zijn ouders was voorgeleefd en door de broeders en zusters van de kerkelijke gemeente voorgehouden. Maar het was geen beeld van hem zelf.Het was het beeld waarmee zijn ouders zich door het leven sloegen.

Hoewel hij heel lang geloofde op de manier van zijn ouwelui en in eenzelfde traditie zich op zijn gemak voelde had hij feitelijk nog nooit van zijn leven de existentiële vragen echt zelf doordacht.
Eigenlijk was zijn stap naar het belijdenis doen er een geweest zoals pubers nu eenmaal zetten in een peer group. Als Kees en Henk en Anita aangeven belijdenis te willen gaan doen wordt voor hem de groepsdruk groter om ook die stap te zetten. Je wilt immers niet de aansluiting verliezen en mee blijven gaan in het zetten van stappen naar volwassenheid.
Vanaf het moment dat hij ging studeren en naar een andere stad verhuisde, begonnen ook zijn vooronderstellingen omtrent zijn persoonlijke geloof te verschuiven. Er kwamen twijfels, er kwamen leegtes in zijn geloofsleven.
Er ontstond een spanning tussen zijn tot dan toe braaf beleden geloof en zijn werkelijkheid. Hij voelde zich overvoerd met een teveel aan kerkdiensten, zondagsrusten, kortom de geoliede vanzelfsprekendheid daarvan begon hem het zicht op God te ontnemen. De gezangen en psalmen gingen hem steeds meer tegenstaan. De liturgie die elke zondag met dodelijke precisie werd uitgevoerd en dus daarom nooit verrassend was begon hem te irriteren.
Zijn liefde voor God daarentegen bleef hij behouden. Als een rustgevende echo kwamen flarden uit preken of phrases van gospelsongs uit zijn jeugd nog vaak in zijn gedachten naar boven en gaven hem rust en een zekere vrede. Delen van Bachs oratoria herinnerden hem aan zijn jeugd, aan zijn vader , die met zijn prachtige tenorstem zo vaak in huis delen ervan liep te zingen . Het “Jauchtzet frohlocket auf preiset die tage!” uit het Weinachtsoratorium hoorde hij immers elk jaar met kerst.
Daarom nam hij een resoluut besluit. Hij brak met alle gemeenplaatsen, liet de kerkgang varen en zocht heel bewust een spiritueel niemandsland op voor zichzelf om erachter te komen welke aspecten van zijn religiositeit nu werkelijk van hem zelf waren.
“To put God to the test so to speak! “ Hij wilde perse weten en ontdekken wat er over zou blijven van zijn geloof wanneer hij alles totaal zou loslaten, hoe hij zelf overeind zou blijven in het leven, dwars door zijn eigen angsten heen.

Hij ging bewust werken in een organisatie op humanistische grondslag en daar was het belangrijkste wat hij ontdekte dat hij moest leren loskomen van je eigen overtuigingen en naast een ander te staan die op grond van geheel eigen uitgangspunten zijn of haar keuzes moest maken. Of je het daar u wel of niet mee eens kon zijn deed er niet toe. Er bleef een balans tussen je eigen opvattingen en die van een ander. Je kon naast die ander blijven staan, hem helpen zijn stappen te zetten zonder dat je je eigen ideeën daarmee verloochent. Iets wat hem eerder nog altijd was voorgehouden.
Meegaan in de denktrant van de ander was als het betreden van een glijdende schaal. Die grote afkeer van ‘situatie ethiek’ die hem vanuit zijn opvoeding was meegeven hadden hem jarenlang belemmerd in zijn persoonlijke ontwikkeling. Ondekte hij nu.
Eindelijk werd voor hem de kunst ontsloten. Het bleek een verrijkende voedingsbodem voor zijn eigen ideeën, een verboden domein waarin blijkbaar werkelijke vernieuwing besloten lag. Waarom eigenlijk? Vroeg hij zich af. Waarom had men toch zo’n afkeer van de kunst in mijn kerk? Wat vond men daar nu zo bedreigend aan? Eigenlijk, vond hij, sprak er een enorm klein geloof uit en een groot gebrek aan geloofsvertrouwen. Want wanneer die God zo groot en almachtig was en nooit laat varen wat Zijn hand begon, waar zou je dan nog bang voor zijn? Waarom dan de kunst zo buitengesloten? Of was er iets anders aan de hand? Iets dat hij in zijn herinnering eenmaal als een flits had voelen langskomen. Had het met “macht” te maken? Had het met zeggenschap en autonomie te maken? Zelfbepaling. Van die termen die binnen het kerkelijk domein eigenlijk maar lastige categorieën bleken wanneer hij daar mee aan kwam zetten. omdat ze altijd gekoppeld werden aan dat verhaal uit Genesis 3. Wanneer hij vragen stelde die enigszins raakten aan bewustwording en vergrote mate van zelfdenkendheid werd er om de hete brij heengedraaid. De focus werd verlegd naar andere onderwerpen maar eerlijk en goed doordachte antwoorden bleven uit. Men had immers ‘het voordeel van zijn jeugd’ en hijzelf vroeg al niet meer door. Zo gebeurde het dat hij ver in de twintig, na een een jarenlange tocht door een spiritueel niemandsland eindelijk zijn persoonlijke geloof terug kon vinden. Hij vond voor zichzelf een nieuwe geloofstaal, namelijk het dichten, om zichzelf uit te drukken. Woorden te geven aan zijn diepste overtuigingen. Het was voor hem alsof God zelf tot hem sprak wanneer hij in later stadium zijn zelfgeschreven hersenspinsels herlas. Hij spiegelde zich in zichzelf op een later moment in de tijd. Wat voor wonder daartussen in was gebeurd bleef voor hem een raadsel.
In elk geval was zijn verbinding met God nu wel authentiek en stond ze los van welk verlammend dogma dan ook. En van dogma’s , hoe betekenisvol ook, zou hij voortaan verre blijven. Daar was hij zeker van.

Plague een onschuldig spel?

Plague , ken je dat spel? Een simulatiespel dat inmiddels in China verboden is maar hier nog vrij verkrijgbaar via de Appstores van de diverse platformen die tablets bedienen. Een spel waarbij de speler een zelfverzonnen virus, bacterie of schimmel ontwerpt met als doel een fictieve wereldbevolking om zeep te helpen. Diverse parameters kun je als speler beïnvloeden zoals, welke genen het virus meekrijgt, hoe besmettelijk het zich ontwikkeld, Hoe dodelijk het zal zijn en via welke kanalen lucht, water, warmte of koude, het anderen kan besmetten. Overdracht via dieren, insecten en of resistentie-drempels meegegeven kunnen worden zijn allemaal parameters die je in het spel meegeeft. Zo vaak speelde ik het al eens op mijn tablet. Als tijdverdrijf in een moment van rust dat ik eindelijk vond tussen alle hectiek van werk en dagelijks leven.
Maar nu, met de wereldwijde uitbraak van het Coronavirus komen stappen die ik ooit zelf zette in dit spelletje wel erg dichtbij en worden gemaakte keuzes wel erg realistisch.
Alleen nu hebben we geen invloed meer op het virus zelf. We weten er nog weinig van. We kunnen enkel afwachten hoe het om zich heen zal grijpen en ‘gecontroleerd’ de tijd uitzitten die het nodig heeft om iedereen te bereiken. Let wel het is een wereldwijd probleem en wij hier in het rijke vrije westen krijgen er ook mee te maken. Zij het in een samenleving die een goede gezondheidszorg heeft , zo niet een van de besten in de wereld. Neemt niet weg dat de onzekerheid blijft. Zal ik ziek worden, wanneer zal ik ziek worden en hoe ziek zal ik ervan worden?
Je kunt immers niet altijd binnen blijven en vrijwillig in quarantaine blijven.
Enfin we zullen allemaal af moeten wachten en intussen hopen op de wetenschap of ze in versneld tempo een vaccin kunnen ontwikkelen dat soelaas biedt en kan helpen bij het opbouwen van immuniteit.
Wat het spel betreft daar ben ik inmiddels goed van genezen. Het diende een negatief doel namelijk uitroeing van de wereldbevolking. Heren en dames Gameontwikkelaars verzin ook eens een spel met een positieve insteek in plaats van destructief iets opbouwends.
Ik zoek naar een spel waarin via simulatie gestreefd kan worden naar wereldvrede bijvoorbeeld of uitroeiing van honger of opbouw van derde wereld landen. Kortom mogelijkheden genoeg maar net zoals in de virtuele wereld van Facebook en andere sociale media negative clicks are more powerful than positive clicks. Dat is de kracht van algoritmes achter de schermen. Maar het zijn de mensen die de algoritmes schrijven en wanneer we daar aan het begin van die keten andere positievere keuzes zouden maken zou het internet ,de game-industrie, ja zelfs de wereld er nu heel anders uitzien.

Schuldgevoel kan hoogmoedig zijn.






Gods Genade is het tegenover van mijn hoogmoed

Om zuiver voor mijn God te staan
moet ik door diepe dalen gaan
het is een zoektocht in je eigen ziel
terwijl ik bij herhaling kniel

Mijn gebed is vaak vertroebeld
door hetgeen ik zelf wens.
Soms vraag ik om vergeving
maar voel ik geen berouw
en hierin blijf ik zondig mens

mij is geleerd mijn slechtheid te beleven
voor de ogen van de Heer
zodat wanneer ik mijzelf nietig en nietswaardig voel
God wel naar mij zal willen omzien

Maar zelfs die gevoelens zijn niets anders dan ijdeltuiterij
omdat ik mij in deze staat verexcuseer en mijn geweten sus
alsof ik met die gedachten God nog kan vermurwen .

Hoe radicaal omgekeerd is Zijn liefde en Genade
Zijn genade is het tegenover van mijn hoogmoed
omdat God van een totaal andere orde is
voor mensen bijna niet te vatten.
Inderdaad zie ik als in een spiegel in raadselen
Eigenlijk zien we nog maar een kleine afschaduwing van God zoals Hij werkelijk is.

Wanneer ik me concentreer op het beeld van Jezus aan het kruis
komen al deze existentiële vragen samen in dat ene punt daar op die schedelplaats
in ruimte, tijd en eeuwigheid
daar op die oude berg werd de mensheid werkelijk bevrijdt.



Als het waar is dat God ,door Zijn Geest , het zelf is die in mijn gebeden spreekt en vraagt en looft en prijst, dan is het feit dat hij mij waardig acht als een kanaal te mogen dienen al prijzenswaardig genoeg.

Ik ben niet van mijzelf maar van Hem en mijn bestaan doet er toe, in zoverre dat Hij spreekt door mijn stem, dat Hij streelt ,door mijn handen,dat Hij liefheeft door mijn liefde voor mijn medemens,mijn vrouw,mijn kind. Zoals Hij het heeft bedoeld vanaf het allereerst begin. Toen Hij het universum,deze wereld schiep.

STABAT MATER

Via spotify luister ik momenteel naar Stabat mater van Vivaldi. In een uitvoering van Vicari Francesca.
Terwijl het onderwerp van dit van oorsprong Latijnse gedicht zo verdrietig is blijven de vrolijke vlotte passages van deze muziek mij verbazen. Het verhaal Maria de moeder van Jezus die moet toezien hoe haar zoon aan het kuis hangend sterven gaat. Hoe niemand ook maar een vinger uitsteekt ter redding van haar kind. Zelf kan ze niet veel meer dan wenend toezien hoe de dood langzaam bezit neemt van haar zoon en hem het leven neemt. Al het menselijke is hier niemand vreemd. Een schare die is komen kijken, op zoek naar hectiek en spektakel. In die tijd was een openbare terechtstelling voor het gewone volk ook een vorm van spannend vermaak en de wetgevende macht probeerde op die wijze het volk onder de duim te houden. Let op mensen als je je tegen ons keert kan je dit overkomen, kan dit je straf zijn. De menigte keek wel uit om zich tegen de bezetters te keren. Intussen gaat het steeds slechter met Jezus daar aan het kruis. Hoe langer hij hangt hoe slechter hij kan ademen hoe zwaarder het wordt voor hem. Een langzame dood
met veel pijn en steeds verder afnemende krachten. Hij met zich wel totaal verlaten voelen. Alleengelaten door zijn vrienden.
Een Nederlandse vertaling van Willem Wilmink vond ik op wikipedia en geef ik hier als citaat.
“1.
Naast het kruis, met schreiende ogen
Stond de moeder, diep bewogen
Toen de Zoon te sterven hing,
2.
En haar door het zuchtend harte,
Overstelpt van wee en smarten,
’t Zevenvoudig slagzwaard ging.
O hoe droef, hoe vol van rouwe,
Was die zegenrijkste vrouwe,
Moeder van Gods ene Zoon!
Ach, hoe streed zij! ach, hoe kreet zij,
En wat folteringen leed zij,
Bij ’t aanschouwen van die hoon!
3.
Wie, die hier niet schreien zoude,
Als hij ’t grievend leed aanschouwde,
Dat Maria’s ziel verscheurt?
Wie kan, zonder mee te wenen,
Christus’ moeder horen stenen,
Nu zij met haar zoon hier treurt?
4.
Voor de zonden van de zijnen
Zag zij Jezus zo in pijnen,
En de wrede geselstraf,
Zag haar lieve Zoon zo lijden,
Heel alleen de doodskamp strijden,
Totdat Hij zijn geest hergaf.
5.
Geef, o Moeder! bron van liefde,
Dat ik voel, wat U zo griefde,
Dat ik met U medeklaag.
Dat mij ’t hart ontgloeit van binnen,
In mijn Heer en God te minnen,
Dat ik Hem alleen behaag.
6.
Heil’ge Moeder, wil mij horen,
Met de wonden mij doorboren,
Die Hij aan het kruishout leed.
Ach, dat ik de pijn gevoelde,
Die uw lieve Zoon doorwoelde,
Toen Hij stervend voor mij streed.
7.
Mocht ik klagen al mijn dagen,
En zijn plagen waarlijk dragen,
Tot mijn jongste stervenssmart.
Met U onder ’t kruis te wenen,
Met uw rouw mij te verenen,
Dat verlangt mijn zuchtend hart.
8.
Maagd der maagden! nooit volprezen,
Wil voor mij niet bitter wezen,
Laat mij treuren aan uw zij,
Laat mij al de wrede plagen,
En de dood van Christus dragen,
Laat mij sterven zoals Hij.
9.
Laat zijn wonden mij doorwonden,
Worde ik bij zijn kruis verslonden
In het bloed van uwen Zoon.
Moge ik in het vuur niet branden,
Neem, o Maagd, mijn zaak in handen
In het oordeel voor Gods troon.
10.
Christus, moge ik eens behalen,
Als mijn levenszon gaat dalen,
Door uw Moeder, palm en prijs.
En als ’t lichaam dan zal sterven,
Doe mijn ziel de glorie erven
Van het hemels paradijs.
Amen.
(Halleluja)” bron: Wikipedia-vertaling Willem Wilmink.

19 april 2020-Kierkegaard en bidden.

Onlangs las ik ergens dat Kierkegaard iets zei over bidden.

Dat dat bedoeld is om de bidder te veranderen. Dat dat bedoeld is om de bidder tot een juiste hoedanigheid of positie te brengen ten opzichte van God en zichzelf.

Wanneer ik bidden vanuit dat perspectief benader gaat er wel een heel andere wereld voor me open. Ik moet terugdenken aan mijn jeugdjaren waarin mijn gebeden feitelijk niet meer inhielden dan het opzeggen van verlanglijstjes waarop mijn noden en vermeende zorgen stonden genoteerd. Die las ik dan op in de hoop en het geloof dat God er voor zou zorgen dat het mij, de anderen, aan niets zou ontbreken. Toch weer het beeld van God als de grote wijze oude heer met lange baard die als een soort Sinterklaas de zaken uiteindelijk tot een goede afloop zou brengen.

Het bidden op die wijze ging gepaard met een beschamende dosis passiviteit en een gebrek aan het nemen van mijn eigen verantwoordelijkheid. Er kwam weinig daadkracht aan te pas van mijn kant. Geheel in de reformatorische (bevindelijke ) traditie verwachtte ik het allemaal van Gene Zijne.  Ik moet er wat verder over nadenken en proberen terug te lezen wat Kierkegaard er precies over heeft gezegd. Zijn invalshoek is in elk geval voor mij een opening naar een nieuwe kijk op bidden en misschien brengt het mij wel opnieuw tot bidden.

Gij hebt mij ’t eerst bemind,
o God.
De hele dag,
Het hele leven door
Bemint Gij mij het eerst.
Als ik in de morgen ontwaak
en mijn ziel tot U wendt,
zijt Gij de eerste:
Gij hebt mij het eerst bemind.
Als in de dageraad
ik opsta van mijn bed
en op datzelfde ogenblik mij biddend richt tot U,
zijt Gij mij voor:
Gij hebt mij ’t eerst bemind.
Als in de dag
ik mij onttrek aan de verstrooiing van het leven
mijn ziel tot inkeer breng en denk aan U,
dan denkt Gij reeds aan mij:
Gij hebt mij ’t eerst bemind.
En ik, ondankbaar mens,
die altijd denk en spreek
alsof Gij maar één keer
het eerst mij hebt bemind.

Dagboek Kierkegaard.

18 april 2020

Het was een rare week. Mijn moeder was plotseling overleden en de familie verzamelde zich in het ouderlijk huis. Om afscheid van haar te nemen. Om vader te troosten. Om vrienden te zien die ook geschrokken waren van dit zo onverwachte afscheid. Duidelijk werd daarmee ook hoe geliefd ze was en hoe iedereen haar lach herinnerde en haar vrolijkheid en openheid. Dit terwijl in de intimiteit van het gezin mijn moeder tamelijk gesloten kon zijn. Ze liet niet veel van haar binnenwereld zien of merken. Ze verwerkte als een echte binnenvetter alles in zichzelf. Ze leek veel dingen naast zich neer te leggen, met een masker van nuchtere verbetenheid kon ze zichzelf groter houden dan ze werkelijk moet zijn geweest. Het zal een familietrek geweest zijn. Ik herken wel iets van dat aspect in mezelf. Zoals gezegd de dag van haar begrafenis naderde en wij ,de familie en vrienden, droegen haar ten grave. Na een dankdienst voor haar leven ging de rouwstoet naar de begraafplaats. Daar werd ze in de kring van haar geliefden in de aarde gelegd. Nog voor we ons helemaal hadden omgedraaid en het graf verlaten hadden stonden gemeentewerkers met een shoveltje klaar om het graf dicht te schuiven. Wij, overmand door de heftigheid van het verdriet en bezig met de gasten een hand te geven die ons nog wilden condoleren, hadden dat niet eens door. Het was een oude vriend van me die er erg op aansloeg en het later in vertrouwen tegen me zei dat dat hem zo’n pijn had gedaan. Uiteraard snapte ik het maar …. zei ik toen toegen hem. Dat graf moet wel dicht hoor!

Eenmaal terug gereisd naar huis kwam ik op mijn slaapkamer een grote sprinkhaan tegen die op mijn kussen was gaan zitten. Ik heb dat altijd als een teken beschouwd. Sinds die tijd heb ik diverse projecten ondernomen op internet onder pseudoniem. Locust Wind.

Uit Bullet the blue sky van U2 zijn me deze zinnen altijd bijgebleven.

In the locust wind comes a rattle and hum
Jacob wrestled the angel
And the angel was overcome
You plant a demon seed
You raise a flower of fire
See them burning crosses
See the flames higher and higher”

14 april 2020

Ik klim weer in mijn digitale ganzenveer. Heb weer wat te schrijven. Niet dat ik niks anders te doen heb, integendeel, er is nog genoeg te doen hier hoor.

Lees net in de NRC sombere vooruitzichten voor de economische gevolgen van de pandemie. Vergelijkbaar met de jaren 30 crisis. Dit keer spreken we over een intelligente lockdown maar een intelligent antwoord op alle vragen is er voorlopig niet. Op twee fronten wordt deze crisis uitgevochten. Op het gebied van de gezondheidsvraagstukken zelf. Het medische aspect en de ontwikkeling van een vaccin. Aan de andere kant het economische aspect, de gevolgen die het in lockdown gaan heeft voor de wereldeconomie. De druk om weer “open” te gaan wordt als maar groter. Hoe langer het duurt hoe schadelijke het zal zijn voor het midden en kleinbedrijf. Hoe meer mensen hun broodwinning in zien storten. Zal het dan uiteindelijk toch op een wereldwijde herverdeling van goederen, diensten en middelen uitdraaien? Terug naar hoe het was zal nooit meer kunnen ben ik bang. Alle tekenen wijzen daar ook op. Voor het rijke westen is het zaak om die hernieuwde verdeling open en eerlijk aan te gaan. Herverdelen van onze welvaart , daartoe blijkt het minuscule virus dus in staat, naast het eisen van zovele levens. Een decimering van het aantal kwetsbare oudere medemensen is ook een nog onderschat gevolg. Intussen beginnen de huisartsen ook bij te houden welke mensen er nog meer sterven als gevolg van Covid 19 .

Voorlopig staan de lichten nog op rood. Het scenario voor de toekomst op zwart en zullen er door de verplichte anderhalve meter afstand weinig mensen een blauwtje lopen. Wat er gebeurt met de nog te ontwikkelen en te introduceren Corona app blijft nog een onbemand terrein. Mensen let een beetje op elkaar.

%d bloggers liken dit: