Voorschot op de hemel.


Als ik eenmaal dood ben, heb ik daar zelf geen last meer van. Geen verdriet, geen zorgen meer. Hoe anders zal het zijn voor iedereen die ik achterlaat.
Soms verlang ik er wel eens naar om de ogen dicht te doen, voorgoed. En dan het leven los te kunnen laten. Geen beslommeringen, muizenissen, geen ergernissen meer, enkel rusten in het ‘niet meer zijn.’ Blijft nog wel over de religieuze component van mijn bestaan. Dat ene dat mijn leven eigenlijk al vanaf mijn jeugd af aan bepaalt. Die ontmoeting met mijn maker. Hoe zal dat zijn? Wanneer ik de theologieen goed heb bestudeerd is er in Hem geen duisternis en enkel licht. Verbleken al mijn zorgen en gevoelens en zal ik worden opgenomen , nee, overrompeld worden door dat onuitsprekelijke NU. De ‘Ik ben Is’ zal alom tegenwoordig zijn en ik zal deel uitmaken van zijn alomvattende genade.
Althans, dat geloof ik nu. Maar niemand is ooit teruggekomen om erover te vertellen. Zelfs Jezus heeft er niets over losgelaten, terwijl hij als Gods zoon toch uit de eerste hand heeft geweten hoe prachtig de dingen worden zullen voor ieder die in Zijn naam ontslapen. Ik houdt mij altijd vast aan de beelden die C.S Lewis heeft geschetst in zijn allegorie ‘De Grote Scheiding’ waar hij een hemelse wereld beschrijft die voor net gestorvenen te pijnlijk is om te betreden. Hard gras dat de voeten verwondt maar dat gaandeweg de vorderingen die je maakt om dichter bij het grote licht te komen zachter wordt om uiteindelijk als verkoelend en verkwikkend gras onder je blote voeten tot een hemelse weldaad uit te groeien. Vooralsnog sta ik hier volop in het aardse leven en beleef de prachtige bloemen in de zomer als echo’s van wat komen gaat. Bloemen zijn een voorschot op de hemel. Laat dat gezegd zijn.

Gepubliceerd door JUKODEVRIES

FOOLISH SINNER AND POET FOR THE KING

%d bloggers liken dit: