Daar zit hij dan, op zijn knieën naast het bed. Handen samengevouwen en de ogen dicht. Hij bidt tot die energie die door sommigen God genoemd wordt. Hij heeft het jaren niet gedaan, bidden, hij kon er op een gegeven moment niets meer mee. Dat was nadat hij een hele poos vurig had gebeden om verbetering van zijn situatie. Maar er gebeurde niets wonderbaarlijks. Er kwam geen significante verbetering in zijn gezondheid. Sterker nog het werd eerst nog een graadje erger dan het al was. Op zeker moment lag hij in het ziekenhuis op het randje van doodgaan. Het godsbeeld dat hij altijd had gehad was ineens weg. Zijn jeugdig geloof flikkerde als een kaartenhuis in elkaar. Alles stortte in en in al zijn bidden, al zijn smeken, geen God die zich over hem scheen te ontfermen. Zijn bidden zelf heeft hij van alle theologische kanten tegen Zijn licht gehouden. Hij zag niet wat hij verkeerd deed. Daar stond hij waarschijnlijk dan te dicht op. Een te korte afstand tot de zaak kan je ook het heldere zicht ontnemen. Misschien liep hij Hem wel voor de voeten, wie zal het zeggen. Dus bleef er voor hem nog maar een optie over. Kappen met alles wat met religie en geloof en kerk te maken had. En hij heeft die daad bij Zijn woord gevoegd en stopte van het ene op het andere moment met alles wat naar ‘heiligheid’ rook. Hij nam de tijd om los te komen van alles wat bezwaarde, tot ergernis leidde of tot verveling. Hij keek met andere ogen de wereld in en liet stukje bij beetje los wat niet van hem was of wat hem door anderen was opgelegd. Verwachtingen had hij niet en hij voldeed er ook niet langer aan. De tijd zorgde voor afstand en bezinning. De tijd zorgde voor hernieuwd evenwicht. Door zijn angst heen kruipend door die tunnel van aangeleerd religieus gedrag zag hij het uiteindelijk weer lichter worden. Immers als het donker om je heen is zie je makkelijk het licht. Nu, zoveel jaren later spreekt hij een andere taal, vult hij zijn religiositeit anders in dan vroeger en hij leerde wat echt van hemzelf was en daar is hij verder mee aan de slag gegaan. Hij vond in het dichten een taal om zijn geloof vorm te geven. Curb your dogma’s is een Engels spreekwoord wat zoveel betekent als “beteugel je dogma’s” en dat is wat hij in dat proces van loslaten nog het sterkst heeft gedaan. “Zijn dogma’s beteugeld” .
Zijn geloof heeft een andere kleur gekregen, een andere taal en een andere uitingsvorm. De dogma’s mogen er best nog wel zijn maar dat is voor theologen. De gewone leek zoals hij is gebaat bij ruimte om vrij te ademen in Zijn nabijheid. Geen strikte regels over want moet of mag. Geen verstikkende sociale controle van broeders en zusters die nauwlettend op zijn levenswandel letten in plaats van op die van henzelf.
“Ik twijfel dus ik besta.” is zijn variant geworden op “Ik denk dus ik besta.”van Rene Descartes.
In dichtvorm kwam het hier op neer.
Ik verlaat Egypte
Laat de slaafsheid achter
volg de stotteraar
Dwars door de woestijn
Weet me vrij voorgoed
En waar ik niet wil zijn
Ik verlaat Egypte
Ik heb geen verwachting
Neem zoals het komt
Manna uit de hemel
Of water uit de rots
Ik ik verlaat Egypte
Volg de stotteraar
Onverteerde braamstruik
Geworteld in het zand
Draagt de volle vruchten
Als teken aan de wand
Ik verlaat Egypte
Volg de stotteraar
Geen berg te hoog
Geen zee te diep
Zijn staf splijt zelfs de hemel
Voor wie het maar wil zien
Ik verlaat Egypte
En volg de stotteraar
In steen gehouwen woorden
Voor wie ze maar wil horen
Het zijn er ook maar tien
Hou je aan de eerste twee
Elke dag en nacht
E je vervult dan als vanzelf
Alle andere . acht
En verlaat Egypte
Volg de stotteraar