Alle dagen heel erg druk.-een kort verhaal-


SST, Ridder Roek slaapt nog. We mogen hem niet wakker maken. Daar kan hij helemaal niet goed tegen. Dan stapt hij met zijn verkeerde been uit bed en dan hebben we pas echt een probleem.

De wekker is nog niet gegaan maar tikt wel rustig door. Tik,tak,tik,tak. . . .

Ja nog even, het is bijna tijd, ik denk nog ongeveer een minuutje en dan. Tik,tak,tik,tak….. TRRRRRINNGGG!

Ridder Roek wordt wakker, rekt zich uit en slaat de dekens van zich af. Hij zwaait zijn benen buitenboord en stapt zonder te kijken direct met zijn blote voeten in zijn sloffen.

Hij loopt naar de keuken en dekt de tafel voor zijn ontbijt.

Hij zet water op voor een kopje thee en legt bord en mes op tafel. Brood,boter en …hm wat zal ik vandaag eens op mijn boterham doen?

Hij slaat de deurtjes van het keukenkastje open en kijkt naar zijn prachtige verzameling potjes met pindakaas. Allemaal verschillende soorten. Met stukjes noot, zonder stukjes noot, met honing, met stukjes chocolade.

Hij denkt even na en kiest dan die met het groene etiket, Pindakaas met hele stukjes noot staat erop.

Intussen kookt het water en schenkt hij dat in de theepot. Doet er een theezakje bij. Vandaag minty Morocco omdat hij die thee zo lekker vindt. Heerlijk met honing of een schepje suiker. Zo zoet mogelijk heeft hij zijn thee het liefst.

Met zijn kopje thee en de pot pindakaas neemt hij plaats aan tafel. Smeert een boterham en begint aan zijn ontbijt.

Dan gaat plotseling de telefoon. Ridder Roek heeft nog geen mobiel maar zo’n ouderwetse telefoon aan de muur hangen. Er zit een groot gekruld snoer aan waardoor hij nog net met de hoorn terug aan tafel kan gaan zitten wanneer hij belt. Ja Hallo met Ridder Roek, spreekt u! Goedemorgen. Met wie spreek ik?

“Ja met mij’; klinkt het door de telefoon.

Het is zijn grote vriend De Blauwe ridder. Die woont verderop in het kasteel achter de twee halve heuvels.

O ben jij het, je belt wel heel vroeg zeg, ik ben nog maar net uit bed en heb net mijn eerste hap genomen va mijn boterham met pindakaas.’

Eh ja sorry dat ik je zo vroeg bel maar ik wilde je de hele nacht al iets vragen .’ Wil jij vandaag bij me komen spelen? De blauwe ridder heeft nogal weinig geduld en vind wachten het moeilijkste dat er is. Ik ben vandaag de hele dag alleen thuis want mijn vader en moeder moeten op bezoek bij de koning en er is dan verder niemand in het kasteel behalve ik.’

Ik bij jou komen spelen, in je grote kasteel? Maar natuurlijk, heel graag! Jij bent toch mijn allerliefste, allerbeste vriend?’ Ik eet snel mijn ontbijt, kleed me om en dan kom ik op mijn paard naar je toe. En dan bedenk jij vast wat we gaan spelen. Ok? Ja dat is goed, tot straks!

Ridder Roek eet snel zijn boterhammen op en ruimt dan de tafel af. Ehm, die afwas doe ik later wel denkt hij en zet alle spulletjes in de gootsteen. Nu eerst wassen en aankleden.

Korte tijd later staat Ridder Roek voor de spiegel en bekijkt zichzelf eens goed.

Ja zo kan ik wel naar buiten. Ridderpak aan, riem om, zwaard ertussen, schild bij me ,mijn ridderhelm op mijn hoofd en stevige laarzen om door de plassen te plonzen. Heerlijk.

Blauwe Ridder here we come!! Dan gaat Ridder Roek naar de stal en loopt rustig op zijn kleine paard af. Hu,hu paardje rustig maar ik ben het Ridder Roek ,je baasje. Heb je lekker geslapen?

Nou niet zo best, het heeft vannacht best geregend en er zijn wat pannen van het dak gewaaid. Daar schrok ik wel wakker van en daarna heb ik eigenlijk niet meer kunnen slapen.

Ja, het paard van Ridder Roek kan praten. Tenminste dat denkt Ridder Roek altijd. Hij houdt hele verhalen tegen zijn paard, wanneer hij er bovenop zit en door de bossen rijdt vertelt hij en vraagt hij van alles aan zijn paard. Hoe komen de bomen zo groen? Waarom vliegen de zwaluwen altijd zo snel? Kunnen paddenstoelen ook op zichzelf gaan zitten? En dan doet hij net alsof het paard hem steeds weer antwoord geeft.

Dan voelt hij zich niet zo alleen als hij in mijn eentje zo door het bos rijd.

Nu geeft hij zijn paard een kort bevel en daar gaat het in galop over het bospad richting de twee halve heuvels. Naar het kasteel van de blauwe ridder.

Eenmaal aangekomen bij de grote slotgracht laat Ridder Roek zijn paard stapvoets lopen. Klitte klop- klitte klop- klitte klop gaat het. Voor de ophaalbrug blijven ze staan en stijgt Ridder Roek af.

Hij trekt flink aan de bel die aan naast de poort hangt. Tingelingeling! Uit de torenhanen komt eerst een blauwe veer langzaam naar buiten geschoven, dan een hoofd en Ridder Roek ziet zijn beste vriend. Hey Ridder Roek dat is snel. Wacht ik komt naar beneden om de poort open te doen. Dat wordt nog een hele klim van hierboven maar als je even geduld hebt kom ik er zo aan.

Hoor je wie het zegt? Geduld hebben en dat uit jouw mond Roept Ridder Roek nog terug maar het is al te laat. De Blauwe ridder is met veer en al, tjoep zo de torenkamer in geschoten en rent nu als een dolle zo snel als hij kan de trappen af. Hij neemt wel twee treden tegelijk. Dan ben ik namelijk het snelst beneden, denkt hij nog in zijn haast.

Na drie minuten gaat de poort langzaam open en kan Ridder Roek eindelijk naar binnen.

Het is verder doodstil in het kasteel. Mijn vader en moeder en de soldaten zijn al een poos weg. Zegt de Blauwe Ridder. Wat zullen we gaan doen? Jij mag het zeggen. Ehm, wacht even ik breng eerst mijn paard in de stal en geef hem wat hooi en water. Er staat ook nog wat haver voor hem daar achterin die kast. Dat mag hij wel hebben hoor. O fijn zegt Ridder Roek want mijn paard is namelijk dol op haver.

Samen lopen ze de grote speelkamer van de blauwe ridder in. Het is op de tweede verdieping van de middelste toren van het kasteel. Pffff, puft Ridder Roek , wanneer hij eindelijk boven is. Is me dat een klim zeg! Welnee joh je moet het gewoon vaker doen net als ik en met twee treden tegelijk de trap op dan ben je twee keer zo snel boven. Zegt de Blauwe ridder die al een poosje op de bank zit te wachten. Tja, geduld heeft hij nou eenmaal echt niet en wachten komt in zijn woordenboek niet voor.

Heb je al bedacht wat we gaan spelen? Ridder Roek?

Nou ja, waarom moet ik het altijd verzinnen, dat kun jij toch ook zelf wel. Jij hebt me hier uitgenodigd, weet je nog?

O, ja dat is waar. Nou ik heb wel zin om pannenkoeken te gaan bakken of zullen we met de Kapla gaan bouwen of met lego of spelen we met de trein? We kunnen ook gaan voetballen of darten in de stal. Ho, ho, even niet zo snel. Tjonge jonge wat ben je weer druk Blauwe ridder. Doe eens even wat rustig aan. Ik wordt nu al moe van jou.

Ja ik eigenlijk ook wel een beetje van mezelf. Maar ja ik kan er niks aan doen want ik ben alle dagen heel erg druk weet je. Ik heb echt te weinig geduld. Kun jij me dat niet leren Ridder Roek. Een beetje meer geduld oefenen. Nou eens even kijken, dan moeten we denk ik een heel rustig spelletje gaan doen. Wat dacht je van een puzzel maken van 1000 stukjes? Heb je er toevallig eentje liggen? Ik geloof vast van niet! Weet ik ook weer mooi een cadeautje voor je verjaardag!

Zullen we mijn verjaardag gaan vieren! Roept de blauwe ridder enthousiast uit en loopt al naar de kist met versierspullen. Ridder Roek grijpt wanhopig naar zijn hoofd en sluit zijn ogen. Zicht een heel diep en zegt dan zachtjes tegen zichzelf. Ja inderdaad jij bent alle dagen heel erg druk.

Gepubliceerd door JUKODEVRIES

FOOLISH SINNER AND POET FOR THE KING

%d bloggers liken dit: