Cito II


Waar de onderwijspolitiek weer teruggrijpt op het leidend maken van de CITO gaat ze opnieuw voorbij aan de deskundigheid van de leerkracht die het kind langere tijd gezien heeft.

Ze blijft zoeken naar een “neutrale” manier om tot verantwoorde doorverwijzing te komen en daar is op zich niks mis mee.

Wanneer bij hogere Cito score een verplichte aanpassing moet komen van het verwijsadvies wordt de adviserende rol van de leerkracht weer verzwakt, wordt er toegegeven aan klagende ouders en bevestigen we daarmee de claimcultuur in ons huidige maatschappij. Want als je je maar flink laat horen krijg je tenslotte datgene waar je om hebt gevraagd, een hoger advies.

Bovendien wordt op die manier het advies van een leerkracht volstrekt overbodig. We kunnen dan beter direct spreken van een centraal schriftelijk examen in het basisonderwijs en laten voortaan CITO uitmaken naar welke school uw kind zal worden doorverwezen. Lekker neutraal, niemand verantwoordelijk, de toets is immers waardenvrij opgezet op basis van vooraf gegenereerde data.

Maar als we daar voor kiezen, wat dan?

Mocht uw kind dan zijn of haar dag niet hebben hoe lossen we dat dan netjes op met elkaar? Want dat er dan klagers zullen zijn staat nu al als ene paal boven water.

Wanneer de CITO uitslag zo bepalend wordt moeten klagende ouders bij mindere prestatie van hun kind zich daar dan ook bij neerleggen? Of staat er dan een andere groep ouders ,al dan niet terecht, op de stoep om

Ik blijf van mening dat CITO een politiek sturingsinstrument is dat onze samenleving al in een vroeg stadium indeelt in drie groepen. Namelijk een onderlaag een middenlaag en een bovenlaag. (Ster, Maan en Zon) of zoals bij mij vroeger op school. (Vierkantje, Driehoek of Stip)

Waarom immers moeten anders jaarlijk de normeringen worden aangepast?

Dat kinderen van hoger opgeleide ouders vaker een hoger verwijsadvies krijgen wijt ik niet aan CITO of het op een later tijdstip afnemen daarvan. Wijt ik ook niet aan een al te vriendelijke opstelling van de docent. Ik wijt dit aan de mondigheid van de hoogopgeleide ouders.

Het zou interessant zijn om te onderzoeken hoe het die kinderen in hun verdere loopbaan dan is vergaan, of ze die hogere schoolverwijzing al dan niet met succes hebben afgerond.

Of dat er doublurers zijn geweest of alsnog een terugplaatsing naar een lager schooltype heeft plaatsgevonden. Eenzelfde onderzoek zou ook moeten plaatsvinden naar kinderen van laag opgeleide ouders die hoog zijn ingestroomd om te kijken of die adviezen terecht zijn geweest.

Pas dan krijgen we een eerlijk beeld dunkt me over de kwaliteit van doorverwijzing van de basisschool. Daar bij de leerkracht van groep 8 is namelijk ook een zekere expertise op dat gebied en die wordt steeds weer in twijfel getrokken en daar heb ik moeite mee.

Bovendien heeft CITO ook belang bij de verkoop van haar product. Er moeten toetsen verkocht worden. Er moeten opfriscursussen verkocht worden. Trainingen die cito gerelateerd zijn moeten op de markt gebracht worden. Kortom er moet goed aan verdiend worden want Cito is commercieel. Dat is trouwens ook een zwaarwegend aspect waar ik veel moeite mee heb. Het hele randgebeuren erom heen voor de kinderen en hun ouders. Jeugdjournaal dat al weken van te voren de boel warmdraait. De app industrie (SQULA) pikt er een graantje van mee. Trainingsbureaus schieten als paddenstoelen uit de grond, huiswerkbegeleiding met een fiks prijskaartje. Al vanaf groep 3 kun je je kind op een cursus doen.Als je het geld ervoor hebt. Er ontstaat zo een op zichzelf staande ‘onderwijsmarkt’ die commercieel interessant genoeg is voor uitgevers, bureautjes, dienstverlening etc. Volgens mij begint dus de vermeende tweedeling daar al en niet bij het doorverwijzingsadvies van de leerkracht in groep 8.

Het begint al vroeg in de schoolloopbaan van de kinderen. De drang om zonder doublures de school te doorlopen, want doublures kosten extra geld, weegt zwaarder dan het in een passend tempo ontwikkelen van de basisvaardigheden die voorwaarden zijn om tot goed leren te komen.

Om, als kind, tot een goede balans in het methodisch leren te komen moet je toch al wel een behoorlijk arsenaal aan vaardigheden paraat hebben. je luisterhouding moet goed zijn, je concentratieboog op peil, je handelingsvolgorde dient goed te zijn, je executieveilingen functies moeten goed ontwikkeld zijn, je zelfstandigheid voldoende. Allemaal belangrijke voorwaarden om vanaf groep 3 voldoende toegerust te zijn om deel te kunnen nemen aan de methodisch cursorische aanpak die daar in het leren wordt geintroduceerd.

Gepubliceerd door JUKODEVRIES

FOOLISH SINNER AND POET FOR THE KING

%d bloggers liken dit: