
Vannacht was het weer dromen over bakzeil halen
In plaats van het gelijk weer aan mijn kant
En van de ander nog uitnemender dan ik ooit zal kunnen zijn
In dat refrein van altijd maar weer willen nemen
in plaats van onvoorwaardelijk mezelf durven geven
En van een engel die zijn handen op mijn schouders legt
En er maar alvast twee vleugels aan wil hangen
Tot ik me omdraai en hem aankijk in een oog verblindend wit en vraag
Zeg engel is het nu al echt mijn tijd?
Hij kijkt me aan hij schrikt zich dood en zegt direct pardon!
Dit is een vergissing van de eeuwigheid
U mag nog even maar u weet
Uw stad zal hier niet altijd blijvend zijn
Toen schrok ik wakker en ik hoor nog het refrein
Van die rockband die zo’n hit had met dat ene kekke nummer
Het was iets met getallen . . . .drie keer zes
En dat dat dan een beest was of de vader van mijn leugens
Met de waarheid stond het niet op goede voet
En ook niet met die deur en met die herder en zijn schapen
En ik begon te tellen honderdvierenveertigduizend
En eenmaal daar voorbij ben ik gerust gaan slapen.
Zomer 20 juli 2013-JDV
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.