We hadden amper onze zestienjarige leeftijd bereikt of we reden op een brommertje. Ik kreeg mijn eerste exemplaar zomaar van de overbuurman cadeau. “Ben de gij al 16 Jongh!” “Eh, ja buurman!” “Kom dan maar eens efkes mee naar achter, dan heb ik wat voor jou!”
Eenmaal achter in de tuin gekomen stond daar een zilvergrijs damesbrommertje. Ik herkende het als het brommertje van de overbuurvrouw waar ze regelmatig mee naar haar werk sputterde. Maar ze was intussen overgestapt naar een nieuwer model van een concurrerend merk. Hier stond een mobylette kapitein op mij te wachten. “Ge moet um wel zelf opknappen maar daar hedde gij vast ginne moeite mee, of nie?” “Nee dat gaat vast wel lukken. En nog heel erg bedankt buurman!”

Toen ik thuiskwam was vader verbaasd en moeder direct praktisch. “Dan ga je eerst maar eens een doos sigaren halen voor de buurman en die ga maar brengen als bedankje.” Ik weet nog dat de buurman graag bolknak sigaren rookte. Dus snel een doos gehaald en netjes wezen brengen en nogmaals bedankt voor de bromfiets. Dus mijn eerste bromfiets , een mobylette . We haalden het ding helemaal uit elkaar, poetsten dat het een lieve lust was. Wielen, stuur,zadel noem maar op, alles kreeg een beurt.. We schuurden de onderdelen wat dof en spoten er gifgroene verf op en donkerblauwe verf op het frame zodat het een echt bont geheel werd. Motorisch nagekeken en weer helemaal in elkaar gezet reed ik een week later trots door de straten met mijn eigen bromfietsje.
Later bouwde ik een zundapp van losse onderdelen. We sleepten een frame bij de ijzerboer weg. Zochten via schoolvrienden naar andere benodigde onderdelen of kochten legaal bij een bromfietshandelaar in Eindhoven de benodigde spullen.

Uiteindelijk reden we, net zoals vandaag de dag de jeugd op scooters, onze laatste zakcenten op aan benzine en verzekeringen. Soms weer iets nieuws voor op de bromfiets kopend. Regelmatig de knalpijp uitroken en schoonmaken was het devies. Stiekem opvoeren ook wel maar zonder dat vader het doorhad anders zwaaide er wat. Bougies,kabels,remschoenen, carterolie, het was niet aan te slepen. Kortom we waren echte doe het zelvers.

Mijn maat H.V reed puch. Bewust want zag zich nog als een verlate hippie. Zo kon hij er ook uitzien. Zo gedroeg hij zich ook ergens wel. We maakten samen muziek,schreven onze eigen liedjes, rookten dezelfde shag en hij maakte af en toe een elitair uitstapje door pijp te roken. We deden alsof, we oefenden voor het echte leven. We waanden onszelf onoverwinnelijk en tot grootse daden in staat. Feitelijk wisten we nog niets van het leven. Dat is later allemaal gekomen. De bromfietsen verdwenen, maakten plaats voor in mijn geval de fiets en in zijn geval de lelijke eend. Daarmee reden we het hele land door en traden op met onze kleine zelfgemaakte PA,orgeltjes en gitaren.
De vriendschap ging verloren de herinneringen blijven voor altijd. Ik kijk er nog altijd met een glimlach op terug.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.