Krommunicatie.


Het gemis aan structuur is wat haar telkens weer opvalt in de conversatie.

Er wordt ook regelmatig door elkaar heen gesproken, alsof er een wedstrijd gaande is om de voorrang van vertellen. Het lijkt op elkaar vliegen afvangen maar is het niet.

Het punt maken in een samenhangend betoog en de ideeen helder en doelgericht voor het voetlicht brengen daar ontbreekt het vaak aan. Dat ze daar van huis uit mee behept is stoort haar maar al te vaak.

Misschien dat daarom het opschrijven van de dingen wel zo’n rust geeft. Het werkt helend op de onrust die altijd weer bezit van haar neemt wanneer ze haar broer weer eens heeft gesproken.

Vroeger, thuis, ging het er vaak ook al zo ongeorganiseerd aan toe. Op een of andere manier heeft ze die ongeorganiseerdheid geïnternaliseerd. Al vanaf haar eerste stages kreeg ze als feedback om d’r omslachtige spreektrant te ontdoen van nodeloze ballast. “Probeer eens meer to the point te komen.” Was vaak het devies. Blijf eens bij je onderwerp en dwaal niet steeds af. Daar is ze dus tot op de dag van vandaag mee bezig. Evenals met haar werkzaamheden te organiseren. Te vaak leeft ze nog van moment naar moment, en dat is ze zich zeer bewust. Vaak begint ze ergens aan zonder vooraf, dus pro-actief, dat wat er komt naar haar hand te zetten.

Er daadwerkelijk regie in te nemen. Een zekere gemakzucht is haar eigen. Dat heeft ze van haar moeder. Ja ze weet het zeker dat ze dat van haar heeft. Haar vader,daarentegen, was altijd doelgericht bezig met projecten in zijn werkplaats. Een kastje timmeren,een stoel restaureren,een auto-onderdeel herstellen. Je kunt het zo gek niet bedenken of hij was ergens planmatig mee bezig. Elke zaterdag had hij dan ook eigenlijk wel gevuld met klussen in en rond het huis of bij anderen.

Dat gemakkelijke, leven van moment naar moment, de dag laten komen zoals t’ie komt, uitstellen van al dan niet geplande taken. Dat heeft ze duidelijk van haar moeder. En dat stoort haar soms bovenmate en op andere momenten kan ze zich daar heerlijk aan overgeven.

Wanneer ze terugdenkt aan haar jeugd en aan haar moeder komt ze tot de slotsom dat haar moeder lui moet zijn geweest. Ze zei ook vaak over het schoonmaken van het huis dat ze daarin niet zo fanatiek was als De overbuurvrouw of Haar vriendinnen Deze hielden elk jaar wel een grote schoonmaak. Haar moeder nooit. Daarmee verzette ze zich eigenlijk tegen de sociale druk die daarvan uitging. Wanneer de anderen zich weer volop in de zomerschoonmaak stortten.

Alle meubels buiten, alle meubels in de boenwas. Zodat het hele huis ernaar geurde. Het zeil of houten vloer gewreven tot je een zonnebril nodig had om binnenshuis nog goed te kunnen zien.

Nee dat soort klussen was nooit aan haar moeder besteed. Zij distantieerde zich vaak openlijk van die activiteiten wanneer de kinderen , haar wel eens vroegen:”Mam, waarom doe jij dat nooit eens hier in huis?” “Ik ben De overbuurvrouw niet!” zei ze dan. Het was bij haar een huis vol verzamelde rommel, misschien was dat een reden. Ze kwam er niet meer uit uit die verzamelwoede. Wat haar moeder wel vaak deed was om de kamerplanten buiten te zetten wanneer het eens regende. Dan kwam ze thuis van school,zette de fiets in de schuur en zag bij het het naar binnengaan alle kamerplanten buiten staan met een schotel of bord er onder. Dat was goed voor de planten vertelde moeder dan. Ze kon ook heel trots zijn op de staat van haar planten. Ze had zichtbaar plezier in het verzorgen ervan,het opkweken en na verloop van tijd pronken met het verkregen resultaat. Als dan een van haar vriendinnen haar ermee complimenteerde kon ze zo geweldig stralen. Maar dat is verleden tijd. Haar moeder leeft niet meer. Ja enkel in haar herinneringen komt ze nog wel eens vluchtig langs. Wanneer ze in haar eigen gedrag weer eens tegen dezelfde tekortkomingen aanloopt als waar haar moeder mee behept was. Soms, heel soms, spreekt ze zichzelf stevig toe en voor een tijdje gaat het dan wel weer. Dan houdt ze zich aan haar zelf gestelde plannen, voert ze uit en kijkt er met vreugde op terug als iets gelukt is met een gevoel van zelfoverwinning en dat begint ze al aardig onder de knie te krijgen. Dat zijn de momenten dat ze het meest trots is op zichzelf. Als haar iets gelukt is wat ze zich had voorgenomen. Dat ze zich niet door trivialiteiten heeft laten afleiden. Daarin schuilt voor haar de zelfoverwinning. Daardoor kan ze ook milder oordelen over zichzelf.

Gepubliceerd door JUKODEVRIES

FOOLISH SINNER AND POET FOR THE KING

%d bloggers liken dit: