STABAT MATER


Via spotify luister ik momenteel naar Stabat mater van Vivaldi. In een uitvoering van Vicari Francesca.
Terwijl het onderwerp van dit van oorsprong Latijnse gedicht zo verdrietig is blijven de vrolijke vlotte passages van deze muziek mij verbazen. Het verhaal Maria de moeder van Jezus die moet toezien hoe haar zoon aan het kuis hangend sterven gaat. Hoe niemand ook maar een vinger uitsteekt ter redding van haar kind. Zelf kan ze niet veel meer dan wenend toezien hoe de dood langzaam bezit neemt van haar zoon en hem het leven neemt. Al het menselijke is hier niemand vreemd. Een schare die is komen kijken, op zoek naar hectiek en spektakel. In die tijd was een openbare terechtstelling voor het gewone volk ook een vorm van spannend vermaak en de wetgevende macht probeerde op die wijze het volk onder de duim te houden. Let op mensen als je je tegen ons keert kan je dit overkomen, kan dit je straf zijn. De menigte keek wel uit om zich tegen de bezetters te keren. Intussen gaat het steeds slechter met Jezus daar aan het kruis. Hoe langer hij hangt hoe slechter hij kan ademen hoe zwaarder het wordt voor hem. Een langzame dood
met veel pijn en steeds verder afnemende krachten. Hij met zich wel totaal verlaten voelen. Alleengelaten door zijn vrienden.
Een Nederlandse vertaling van Willem Wilmink vond ik op wikipedia en geef ik hier als citaat.
“1.
Naast het kruis, met schreiende ogen
Stond de moeder, diep bewogen
Toen de Zoon te sterven hing,
2.
En haar door het zuchtend harte,
Overstelpt van wee en smarten,
’t Zevenvoudig slagzwaard ging.
O hoe droef, hoe vol van rouwe,
Was die zegenrijkste vrouwe,
Moeder van Gods ene Zoon!
Ach, hoe streed zij! ach, hoe kreet zij,
En wat folteringen leed zij,
Bij ’t aanschouwen van die hoon!
3.
Wie, die hier niet schreien zoude,
Als hij ’t grievend leed aanschouwde,
Dat Maria’s ziel verscheurt?
Wie kan, zonder mee te wenen,
Christus’ moeder horen stenen,
Nu zij met haar zoon hier treurt?
4.
Voor de zonden van de zijnen
Zag zij Jezus zo in pijnen,
En de wrede geselstraf,
Zag haar lieve Zoon zo lijden,
Heel alleen de doodskamp strijden,
Totdat Hij zijn geest hergaf.
5.
Geef, o Moeder! bron van liefde,
Dat ik voel, wat U zo griefde,
Dat ik met U medeklaag.
Dat mij ’t hart ontgloeit van binnen,
In mijn Heer en God te minnen,
Dat ik Hem alleen behaag.
6.
Heil’ge Moeder, wil mij horen,
Met de wonden mij doorboren,
Die Hij aan het kruishout leed.
Ach, dat ik de pijn gevoelde,
Die uw lieve Zoon doorwoelde,
Toen Hij stervend voor mij streed.
7.
Mocht ik klagen al mijn dagen,
En zijn plagen waarlijk dragen,
Tot mijn jongste stervenssmart.
Met U onder ’t kruis te wenen,
Met uw rouw mij te verenen,
Dat verlangt mijn zuchtend hart.
8.
Maagd der maagden! nooit volprezen,
Wil voor mij niet bitter wezen,
Laat mij treuren aan uw zij,
Laat mij al de wrede plagen,
En de dood van Christus dragen,
Laat mij sterven zoals Hij.
9.
Laat zijn wonden mij doorwonden,
Worde ik bij zijn kruis verslonden
In het bloed van uwen Zoon.
Moge ik in het vuur niet branden,
Neem, o Maagd, mijn zaak in handen
In het oordeel voor Gods troon.
10.
Christus, moge ik eens behalen,
Als mijn levenszon gaat dalen,
Door uw Moeder, palm en prijs.
En als ’t lichaam dan zal sterven,
Doe mijn ziel de glorie erven
Van het hemels paradijs.
Amen.
(Halleluja)” bron: Wikipedia-vertaling Willem Wilmink.

Gepubliceerd door JUKODEVRIES

FOOLISH SINNER AND POET FOR THE KING

%d bloggers liken dit: